Yvan Laloup daarover: “Onze buurgemeente Tienen heeft een stadslied. Maar wie kent ons Volkslied uit 1981, voorgesteld door wijlen Frans Huon en Roger Kerrijn op 28 mei 1981?” Laloup, actief in de seniorenbeweging en als heemkundig auteur, blijft achter zijn tekst staan: “Het is zeker goed nieuws voor de schepen van Cultuur dat Hoegaarden reeds 35 jaar een eigen lied heeft.” Dat begint zo:
Waar in ’t oude graafschap het Schoorbeekje heerlijk vloeit,
Weeld’rig gouden graangewas kost’lijk groeit en bloeit,
Waar ’t hart des volks behoort aan ’t mooie Getedal, enz. enz.
Maar dan is er ook nog het “Lant van beei en biejete” (…van bier en bieten), de dialecttekst van De Totale Waanzin, op muziek van E.W. Elgar, gearrangeeerd door Paul Vlayen en op tekst van Luc Vandeplas. Die wordt sedert 2003 ook als “nationale hymne van Ogere” gezongen. Het gaat zo:
Lant van beei en biejete,
Ogere es de noam.
Et beei en zennen aizel,
goave et groewete foam. Enz.
Bij welke gelegenheden welk lied wordt gezongen is niet vastgelegd. Het eerste leent zich eerder als aanzet van een plechtig treffen. Het tweede is tot nu vooral ingeburgerd als slot, bijvoorbeeld na een avondlijk eerbetoon aan de producten van onze beide brouwerijen.
(Video van Stefan Puttemans)